In 1994 bracht ik in het kader van een universitaire stage bij ING België enkele dagen door met een vermogensbeheerder. Op een bepaald moment hadden we een afspraak met een cliënt die minstens anderhalf miljoen euro woog. Ik verwachtte een man in een perfect gesneden pak met glimmende brogues en een gouden horloge. In plaats daarvan kwam een man binnen met beduimelde kleren. Hij rook zelfs een beetje naar zweet. Kortom, hij beantwoordde niet aan mijn beeld van een man die anderhalf miljoen euro in zijn effectendossier had. Ik heb de auto van de man niet gezien – als hij er al een had. Maar wellicht was het geen glimmende Porsche of blitse Ferrari.
Het beeld dat ik me toen had gevormd, is typisch. Vraag aan mensen welk beeld ze bij financieel succesvolle mensen hebben en je krijgt gegarandeerd antwoorden als snelle auto’s, mooie kleren en lange wereldreizen.
Stel dat je de vermogenbeheerder en de financieel succesvolle man samen op straat zou tegenkomen en aan een toevallige voorbijganger vraagt wie van hen het rijkst is, dan ben ik er zeker van dat iedereen de vermogenbeheerder zou kiezen. Hij beantwoordde nog het meest aan dat klassieke beeld. Zijn pak was weliswaar niet van Armani, maar het zag er in ieder geval verzorgd uit.
Toch is het perfect mogelijk dat de vermogensbeheerder financieel onsuccesvol was. Misschien had hij alleen maar schulden. Feit is dat hij vond dat hij te weinig verdiende. Hij vertelde me trouwens in vertrouwen dat hij van werkgever wou veranderen.
Jaren later las ik een boek van Thomas Stanley en William Danko. ‘The millionaire next door’, heet het. In dat boek beschrijven de auteurs wat het werkelijke profiel is van een financieel succesvol persoon. Hiervoor deden ze onderzoek naar 733 dollarmiljonairs. Het belangrijkste besluit is dat financieel succesvolle mensen onder hun stand leven. In Texas is er een gezegde dat dit treffend illustreert: ‘No big hat, but a lot of cattle.’ Of anders gezegd: ze besteden geen geld aan dure statussymbolen.
Michael Jackson
Laten we even een sprong maken naar Michael Jackson. Denkt u dat hij een financieel succesvol persoon was? Wellicht overloopt u nu een aantal elementen die u kunnen helpen bij deze beoordeling. Hij heeft een boel platen verkocht. De inkomstenkant zit – of beter: zat – dus wel snor. De uitgavenkant is iets moeilijker in te schatten. Leefde hij niet op dat immense domein? En had hij niet een heleboel personeel? Toch vermoed ik dat u zal stellen dat de zanger financieel succesvol was.
Hij was het niet. Tijdens het beruchte proces van 2005 werd duidelijk dat de man boven zijn stand leefde. Hij torste toen een schuldenberg van 225 miljoen dollar en gaf jaarlijks omgerekend 25 miljoen euro meer uit dan hij verdiende. Vooral dat laatste is frappant en een teken van financieel wanbeheer.
Dat misverstand dat bij veel mensen leeft, komt voort uit de vaststelling dat velen het onderscheid niet maken tussen inkomen en vermogen. We leven immers in een maatschappij die vooral focust op inkomen. In kranten lees je nagenoeg exclusief over onderwerpen die hiermee te maken hebben: topmanagers die veel of volgens sommigen te veel verdienen, werknemers die zich financieel kunnen verbeteren door van werkgever te veranderen of huismoeders die thuisblijven en een eigen inkomen zouden moeten krijgen.
In de economie wordt het onderscheid gemaakt tussen een stock- en een flowvariabele. Een student die het eerste jaar aan de universiteit aanvat en het verschil tussen beide niet kent, kan onmogelijk aan het volgende jaar beginnen. Toch zondigen journalisten voortdurend hiertegen.
Een andere reden voor het zelden gemaakte onderscheid is dat inkomen tastbaarder en iets transparanter is dan vermogen. Geld is ondanks de toegenomen transparantie toch nog altijd taboe. Maar mensen zullen eerder vertellen wat hun inkomen is dan hoeveel hun vermogen bedraagt. Doe zelf maar eens de test.
Laten we een eenvoudig voorbeeld geven. Jan verdient maandelijks 2.000 euro en zet daarvan 500 opzij. Piet verdient 40.00 euro en meent dat hij het letterlijk verdient om alles uit te geven. Na een jaar heeft Jan 6.000 euro opzijgezet. Na 30 jaar – en we maken abstractie van het feit dat Jan die 500 euro telkens kan beleggen of sparen – heeft Jan een financiële reserve van 180.000 euro. Als Jan samenleeft met een vrouw die eveneens maandelijks 500 euro spaart, hebben ze dan samen minstens 360.000 euro.
Druk om boven je stand te leven
De druk om juist boven je stand te leven, is in onze maatschappij bijzonder groot. Laten we twee gerelateerde voorbeelden geven. Mijn eigen kinderen gingen regelmatig naar verjaardagsfeestjes. Onderzoek wijst uit dat een derde van de ouders bang is niet aan de verwachtingen van het kind en de (ouders van de) invités te voldoen. Het gevolg is dat erg veel geld wordt uitgegeven aan dergelijke feestjes. Ook aan trouwpartijen wordt steeds meer geld uitgegeven. Als je bedenkt dat één op twee huwelijken vrij snel op de klippen loopt, kan je je afvragen of dat wel een goede investering is.
Een bijkomende druk wordt veroorzaakt doordat in onze maatschappij de wet van Say tot het extreme wordt toegepast. Say stelde dat – eenvoudig uitgedrukt – elk aanbod zijn eigen vraag creëert. Een Amerikaanse printeronderneming beslist bijvoorbeeld om 250.000 kleurenlaserprinters te laten fabriceren en probeert die te verkopen. De printer wordt niet gemaakt omdat de klant dat vraagt. Absoluut niet, want de printer zal koste wat het kost door het distributiekanaal worden geduwd. Desnoods wordt de printer gratis weggegeven. Want het is door de verkoop van de cartridges dat er geld zal worden verdiend.
Al bij al blijft het merkwaardig dat de meeste mensen denken dat financieel succesvolle mensen het geld onbeperkt en zorgeloos laten rollen. Neem nu Warren Buffett. Van een van de rijkste mensen ter wereld is toch geweten dat hij erg zuinig leeft. Hij woont nog steeds in een bescheiden huis dat hij jaren geleden kocht, drinkt het liefst cola en rijdt in een gewone auto van enkele jaren oud. Uiteraard is dat verhaal iets minder smeuïg dan het verhaal van een nitwit die met geld smijt. Het beste voorbeeld blijft Feodor Ingvar Kamprad, de Zweeds ondernemer en oprichter van IKEA. Ondanks zijn grote rijkdom was hij redelijk zuinig. Hij droeg zo min mogelijk maatkostuums, hij vloog economyclass en bezocht bij voorkeur goedkope restaurants.